Alimentatie bij meerderjarige kinderen

Vanaf de leeftijd van 18 jaar zijn kinderen meerderjarig en vervalt het ouderlijk gezag. De afspraken over het minderjarige kind in het ouderschapsplan komen te vervallen. Het kind bepaalt vanaf nu alles zelf. Vanaf het moment dat je kind 18 jaar is geworden hoeft er geen kinderalimentatie meer betaald te worden aan de andere ouder. Echter, ouders zijn wel verplicht om hun kind van 18, 19 en 20 jaar oud te voorzien in een bijdrage in het levensonderhoud en studie.

Verlengde onderhoudsplicht

De verplichting om financieel voor je kind te zorgen houdt meestal pas op, op het moment dat hij/zij 21 jaar wordt. Voor jongeren van 18, 19 en 20 geldt er dus een ‘verlengde onderhoudsplicht’.

Een verlengde onderhoudsplicht houdt in dat ouders de kosten van een studie en het levensonderhoud (deels) moeten betalen. Dit betalen ze niet meer aan de andere ouder, maar aan het kind zelf. Afspraken over de hoogte van dit bedrag maak je dus ook met de meerderjarige zelf. Dit kan hetzelfde bedrag zijn als de kinderalimentatie voor een minderjarige, maar ouder(s) en het kind kunnen hier afwijkende afspraken over maken. De hoogte van het bedrag hangt af van de behoefte van het kind.

Het berekenen van de behoefte van jongmeerderjarigen

Bij het berekenen van kinderalimentatie voor minderjarige kinderen wordt rekening gehouden met de zogenaamde ‘Tremanormen’. Veel rechters, advocaten en mediators hanteren deze normen bij het berekenen van de hoogte van de alimentatie. Voor het berekenen van de hoogte van de alimentatie voor jongmeerderjarigen zijn er geen Tremanormen. Meestal kijkt men naar de behoefte van de jongmeerderjarige op basis van de studiefinanciering (de WSF-norm) of naar de behoefte op basis van de daadwerkelijke kosten die de jongmeerderjarige maakt. Het maakt hierbij uit welke opleiding de jongere volgt (MBO/HBO/WO) en of hij/zij thuis of elders woont.

Inkomsten uit bijbaantjes neemt men hier meestal niet (volledig) in mee. Als je kind zorgtoeslag ontvangt wordt dit in mindering gebracht op de behoefte.

Draagkracht ouders

De draagkracht van de (stief)ouders speelt ook mee. In het geval van gescheiden ouders spreekt men vaak af dat de meestverdienende ouder een groter deel van het bedrag betaalt dan de minst verdienende ouder. Stiefouders zijn ook onderhoudsplichtig voor de stiefkinderen. Je bent een stiefouder als je getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt met één van de ouders van het kind.

Inkomen van de jongmeerderjarige

Op het moment dat de jongmeerderjarige in zijn/haar eigen levensonderhoud kan voorzien door bijvoorbeeld het hebben van een baan, dan kan de hoogte van dit inkomen van invloed zijn op de hoogte van de te betalen alimentatie. Wanneer je kind maandelijks minimaal het minimumjeugdloon verdient of een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt is het kind financieel zelfstandig. In dit geval hoeft er geen alimentatie betaald te worden. Het minimumjeugdloon in 2022 is €862,50 (18-jarige), €1035,00 (19-jarige) en €1380,00 (20-jarige) per maand.

Matigingsrecht

In het geval dat de jongmeerderjarige met de pet gooit naar de studie of zich ernstig misdraagt kunnen ouders naar de rechter stappen om de hoogte van het overeengekomen bedrag te wijzigen. Ouders moeten aantoonbaar maken dat het niet reëel is om de bijdrage voort te zetten. Een rechter gaat hier zelden in mee.

21 jaar en ouder

Vanaf de leeftijd van 21 jaar wordt verwacht dat het meerderjarige kind zelf kan voorzien in zijn/haar levensonderhoud. Vanaf 21 jaar zijn ouders niet meer verplicht om mee te betalen voor het levensonderhoud van hun kind. Echter, in de praktijk blijkt dat veel jongvolwassenen van 21 jaar en ietsje ouder nog volop aan het studeren zijn. Als het kind kan aantonen dat er na zijn/haar 21ste nog steeds behoefte is aan een bedrag voor levensonderhoud en studie kunnen ouders in sommige gevallen toch door een rechter verplicht worden om bij te dragen. Uiteraard heeft het de voorkeur om er in onderling overleg samen uit te komen.